Het kerkhof rondom de kloosterkerk in Thesinge is onderdeel van het project Biodiversiteit op kerkhoven Landschapsbeheer Groningen heeft voor het kerkhof een fraai beplantingsplan opgesteld. Vorige week woensdag, klokslag 9.00 uur, stonden de plaatselijke commissie van Thesinge en nog een aantal mensen uit het dorp klaar voor de eerste fase van de uitvoering.

Begeleid door medewerkers van Landschapsbeheer Groningen werd allereerst ruimte gemaakt voor vaste planten rond de kerk en langs het hek voor de kerk. Dat betekende ook dat het grindpad rond de kerk, inclusief onderliggende worteldoek, geruimd moest worden.

Verder werd alvast bij de meest vitale bomen rond de kerk klimop aangeplant. Vroeger werd nog wel eens gedacht dat klimop een boom zou verstikken, maar dat is inmiddels achterhaald: de boom heeft er geen last van. Wel is klimop een mooi schuil- en eetplek voor vogels en insecten. Nog meer schuilplek voor vogels en insecten, maar ook voor egels bijvoorbeeld, is gecreëerd met een takkenril.

Aankomende herfst / winter is ronde twee ingepland: het aanplanten van bomen en struiken, het poten van bolletjes, het zaaien van een kruidenmengsel, plaatsen van een insectenhotel en nestkasten, enzovoorts.

Bijzonder onderdeel in Thesinge is het betrekken van haar kloosterverleden in het plan. Dat bestaat eigenlijk uit drie onderdelen. De aanplant van viooltjes en anjers bijvoorbeeld. En dan moet u bij anjers niet aan de bekende bloem-in-knoopsgat denken. Nee, het gaat om soorten die vroeger ook gebruikt konden worden voor de randversieringen van middeleeuwse handschriften zoals getijdenboeken. De dag- en nachtkoekoeksbloem zijn er een voorbeeld van, of de kluwenhoornbloem (eenjarige uit de anjerfamilie). Bloemen die als inspiratie dienden voor het scriptorium van klooster Germania. Het minimuseum in het lijkhuisje bij de kerk laat dat zien, met een hoofdrol voor Stine Dutmers

Bloemen dus als een soort van kunsthistorische verwijzing, maar er is meer. Als je aan een klooster denkt, dan is daar onlosmakelijk de kloostertuin aan verbonden. Uit die tuin kon gegeten worden, maar het stond ook zeker in dienst van het welzijn van de kloosterbewoners. Allerlei geneeskrachtige planten en kruiden hadden hun plek in de kloostertuin. Ook dat element komt terug in het plan. U kunt denken aan longkruid en vingerhoedskruid (dat laatste overigens met mate).

Dan de derde verwijzing naar klooster Germania: de aanplant van bollen op het kerkhof, ik noemde het al even. Hiermee willen we de contouren van het klooster weer zichtbaar maken. Die contouren zijn al zichtbaar op de straat naast het kerkterrein, en straks dus ook in kleuren op het hof. Door bollen te planten die afwisselend bloeien, hopen we de contouren gedurende een aantal maanden van het jaar zichtbaar te maken.