Het is precies twintig jaar geleden dat de middelbare school Sint Dimpna Geel – toen Sint-Dimpnacollege – het Sociaal Project Zesdejaars (SoPro-6) opstartte. Het is daarmee nog altijd uniek in de wijde omgeving. Het achterliggende idee was dat de 17- en 18-jarigen vanuit hun opleiding amper met verzorgende taken in aanraking komen, terwijl die een belangrijk onderdeel van onze maatschappij vormen. In een periode in hun schoolcurriculum waarbij ze over hun toekomst moeten nadenken, vond de school het een goed idee om hen via vrijwilligerswerk in die onbekende wereld onder te dompelen.

Bij SoPro-6 gaan alle 160 leerlingen uit het zesde middelbaar buiten de schooltijd tien uur aan de slag bij een sociaal initiatief. “We bieden een vaste waaier van een dertigtal projecten in de sociale sector aan”, zegt begeleidende leerkracht en graadcoördinator Katrijn Nijs. “Dat gaat heel breed, van woonzorgcentra over organisaties voor mensen met een beperking of mensen in armoede, tot onderwijs. Onze leerlingen hebben natuurlijk niet de kennis of achtergrond om echte zorgtaken uit te oefenen. Het gaat om kleine taken, zoals het helpen bij de animatie in een woonzorgcentrum, gaan wandelen met iemand in een rolstoel, of leerlingen met leer- of leesmoeilijkheden helpen. Onze leerlingen ervaren zo dat ze zelfs met simpele dingen iets kunnen betekenen voor kwetsbare mensen.”

Dankbaarheid

Deelname aan SoPro-6 is verplicht, maar de leerlingen mogen wel iets kiezen dat bij hun persoonlijke interesse aansluit. Zo mogen ze ook zelf een sociaal project aandragen dat niet in het vaste aanbod zit. Sommige taken vergen meerdere uren inzet per sessie, andere maar een (half)uurtje per week. Het einddoel is dat ze in het hele schooljaar tien uur volmaken.

Zesdejaar Matthijs Vanden Abeele steekt zo iedere woensdagmiddag de handen uit de mouwen in vrije basisschool De Regenboog in Holven. “Ik had daar specifiek voor gekozen omdat ik daar zelf school heb gelopen”, zegt hij. “Ik help er in een klasje voor leerlingen met leermoeilijkheden of een andere thuistaal bij hun huiswerk en het lezen. Al bij al zijn het eenvoudige taken, het niveau kan ik best aan. Ja, ik haal er voor mezelf best wat uit. Ik zag mezelf niet als iemand die speciaal goed met kinderen om kan gaan, maar ik merk dat dit goed meevalt. En de dankbaarheid doet veel deugd.”

“Dat is precies de reden waarom dit project twintig jaar geleden in het zesde middelbaar startte”, vult Katrijn Nijs aan. “Niet alleen hebben zesdejaars voldoende maturiteit om zelfstandig te werken, zij bevinden zich op een belangrijk kantelpunt. Want na dit jaar moeten ze kiezen voor verdere studies of een job. Ieder jaar zijn er leerlingen die dankzij SoPro-6 nieuwe talenten bij zichzelf ontdekken waarvan ze het bestaan niet wisten. Zelfs in die mate dat ze hun studiekeuze aanpassen en een meer sociale studie kiezen.”